Modernisatie

Om de vijftien jaar dient een wettelijk verplichte risico-analyse uitgevoerd te worden door een externe dienst voor technishe controle (edtc). Alfalift helpt u graag verder met de modernisatie van uw installatie aan de meest recente normen.

Veiligheid van liften: de verplichtingen

Het is gebleken dat de toepassing van de huidige reglementering (KB van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften, gewijzigd door de KB’ s van 17 maart en 13 mei 2005) specifieke problemen oplevert, meer bepaald:

  • de meest gebruikte methode voor risicoanalyse is niet altijd gepast om de verschillende technische mogelijkheden voor de beveiliging van liften te beoordelen, met name voor oude liften (vb. toegang tot bewegende onderdelen);
  • daarom wordt vaak gekozen voor standaardoplossingen waarvan de financiële last niet in verhouding staat tot de risico’s, die ten nadele zijn van de architecturale waarde van het gebouw of die de toegang tot liften beperken voor personen met een beperkte mobiliteit, daar waar zij momenteel wel toegang hebben;
  • de modernisering in twee fasen (momenteel gepland voor uiterlijk 2013 en 2018) zorgt voor praktische problemen die beperkt kunnen worden door de nodige aanpassingen aan een lift in een enkele keer uit te voeren.

Bijgevolg wordt geoordeeld dat het goed zou zijn de modernisering van liften in de tijd te spreiden door eerst de gemakkelijkst te moderniseren liften aan te passen en de sector de tijd te geven om alternatieve oplossingen te ontwikkelen voor oude liften, hierbij rekening houdend met de stand der techniek.

Het nieuwe Koninklijk Besluit van 10 december 2012, voert volgende wijzigingen of verduidelijkingen in voor alle liften:

  1. de risicoanalyse van de liften zal uiterlijk om de vijftien jaar moeten worden uitgevoerd (momenteel om de tien jaar).
  2. de liftbeheerder laat de nodige vernieuwingen uitvoeren door een moderniseringsbedrijf binnen drie jaar na de risicoanalyse
  3. het moderniseringsbedrijf stelt de beheerder vooraf verschillende technische oplossingen voor om de vastgestelde risico’s te verhelpen. Het moderniseringsbedrijf vermeldt de prijs en de voor- en nadelen van de diverse voorgestelde oplossingen. Deze oplossingen evenals de technische aanpassingen die eruit voortvloeien mogen de toegankelijkheid van de lift voor personen met een beperkte mobiliteit niet in het gedrang brengen.
  4. alle veiligheidsmaatregelen, beschreven in de bijlage I van het besluit van 9 maart 2003, blijven ongewijzigd qua technische inhoud en worden gehergroepeerd (er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen “minimale” en “bijkomende” maatregelen); dit belet niet dat maatregelen worden genomen die een equivalent veiligheidsniveau waarborgen, aangepast aan de lift en zijn gebruikers.
  5. de fasering van moderniseringswerken wordt afgeschaft; eenzelfde datum wordt bepaald voor het geheel van de veiligheidsmaatregelen, of het nu gaat om een elektronisch veiligheidsgordijn en de positieve vergrendeling of andere maatregelen.
  6. de termijn van de modernisering van een lift overeenkomstig de veiligheidsaspecten wordt vastgelegd in functie van het jaar van inbedrijfstelling:
  • Datum van inbedrijfstelling // Termijn van de modernisering
  • vanaf 1 april 1984 // ten laatste 31 december 2014
  • van 1 januari 1958 tot 31 maart 1984 // ten laatste 31 december 2016
  • voor 1 januari 1958 // ten laatste 31 december 2022
  1. de eisen voor het onderhoud en de inspectie van liften zijn ongewijzigd, behalve de vermindering van de frequentie van preventieve inspectie voor de privéliften geïnstalleerd in een eengezinswoning .

Ongeacht de termijn voor de modernisering, die dient gecontroleerd te worden door de EDTC die de risicoanalyse heeft uitgevoerd, blijft de beheerder van de lift verantwoordelijk voor de terbeschikkingstelling van de lift. Hij zorgt ervoor dat de lift geen gevaar oplevert voor de veiligheid van de gebruikers onder voorzienbare gebruiksvoorwaarden.

Parallel met de wijziging van de reglementering werkt de overheid de nodige documenten en brochures uit om de beheerders, de moderniseringsbedrijven en de keuringsorganen te  begeleiden bij de correcte toepassing van de wetgeving.

Verplichtingen voor de eigenaar of beheerder van een lift

Volgende acties moeten uitgevoerd worden om de veiligheid van bestaande liften aan te tonen:

  • regelmatig preventief onderhoud laten uitvoeren door een onderhoudsbedrijf;
  • regelmatige preventieve inspecties laten uitvoeren door een EDTC (Externe Dienst voor Technische Controles);
  • een vijftienjaarlijkse risicoanalyse laten uitvoeren door een EDTC;
  • in voorkomend geval, moderniseringswerken laten uitvoeren door een gespecialiseerde firma;
  • een veiligheidsdossier samenstellen en bijhouden dat toegankelijk moet zijn voor alle belanghebbenden en onder meer alle documenten betreffende het onderhoud, de inspecties en de modernisatie bevat

In geval van ernstige risico’s moet de lift onmiddellijk stopgezet worden voor een onderhoud of herstelling. Het gebruik van de lift is verboden tot op het moment dat de nodige werkzaamheden uitgevoerd zijn.

De beheerder licht het Centraal Meldpunt voor Producten onmiddellijk in over elk ernstig incident of ongeval dat een gebruiker overkomt tijdens het gebruik van een lift.

In elke liftkooi moeten verplicht een aantal aanduidingen te lezen zijn:

  • het identificatienummer en het bouwjaar van de lift,
  • het maximum aantal personen dat in de lift aanwezig mag zijn,
  • de adresgegevens van de eigenaar of beheerder,
  • de naam van de EDTC die de inspecties uitvoert,
  • de naam van het onderhoudsbedrijf.
Close Menu